Aan de ketting

Vannacht had ik tijd genoeg om de wedstrijd tot op het bot te analyseren. Mijn oververmoeide benen lieten me geen moment met rust, dus slapen was sowieso niet aan de orde. En uit al dat gepieker is onomstotelijk vast komen te staan wat er gisteren zo vreselijk mis ging.

In mijn vorige posts merkte ik al op dat er bij deze marathon veel minder deelnemers waren dan bij mijn vorige edities. In Rotterdam was het onmogelijk om in de eerste kilometers voluit te rennen. Daar liepen me overal mensen voor de voeten. Ik kan me zelfs een jaar herinneren dat we een stuk stapvoets moesten, toen we met z’n allen door een smalle doorgang werden geperst.

Jaren aan een stuk ben ik dus gedwongen om rustig in mijn ritme te komen. Maar dit jaar stond ik bij de start pal achter de wedstrijdlopers. In de eerste kilometer heb ik me om precies te zijn door één groepje moeten manoeuvreren. Daarna had ik vrije doorgang. Dat is een weelde waar ik blijkbaar niet mee om kan gaan.

Het komende jaar zal ik dus moeten leren om in het keurslijf van een schema te lopen. Ik kan nou eenmaal niet vol van start gaan, we zien wel waar het schip strandt. Af! Terug in mijn mand! Als ik na 30 kilometer nog iets over heb, dan pas mag ik los.

Dit bericht werd geplaatst in Als ik over rennen schrijf en getagged met . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s