Dwaallicht
Het is het dwaallicht
wat ik erken
Feniks
Ik verhef mij tot de dood
en lachend ga ik ten onder
mijn dood
peilloos
maar niet oneindig
ik herrijs uit de leegte van mijn graf
herboren word ik
maar geboren worden
dat doet pijn
Het onzekere leven der geesten
Het is iets
en/of
het is iets niet
Ik
Wanneer ben ik
ik
ben ik alleen met
anderen ik door anderen
of ben ik ook ik
op een eiland of
zelfs zonder dat
gewoon ik als ik
slaap of eet of schrijf
ben ik ik als ik denk
ben ik mijn lichaam
of ben ik ook zonder
ik
ben ik ik omdat
ik ik ben en een
ik altijd een ik is
Mogelijk
Onzeker de mogelijkheid
de mogelijkheden
onzeker zeker
open de mogelijkheid
mogelijk onzeker
zeker de mogelijkheid
tot mogelijkheden
Zintuigen
Mijn ogen zeggen mijn
oren zijn van mening
vinden mijn vingers volgens
mijn neus en tong
ik weet het niet
ik zal het maar
van ze aannemen
Claustrofoob
Een rij van muilen
met scherpe witte tanden
sluit zich om mij heen
gedreven door vraatzucht
komt zij tot mij nader
Een cirkel van muilen
met blinkend punte tanden
wordt dreigend nauwer
slaat zich in elkander
verslindt muilverslindende muilen
en laat mijn onaanraakbaar ik
eenzaam rusten
in een muilverterend maagsapbad
dichten
open deuren
dichttrappen
Andermans ogen
mensen kijken naar mij
ik kijk hoe
ze kijken ik ben
bang dat ze kijken
hoe ze kijken
naar mij dat
ik ben wat
zij zien
Ongegrond
In mijn met slagtanden begroeide
bewustzijn kijk ik naar
de wereld die terug kijkt
maar net zomin als ik
kan doorgronden
de werkelijkheid is ontgaan
ontslapen aan mijn blik
troebel is de bril of
mijn oog dat groter
is dan het schouwspel waar
het valt of omvattend
scheppend
naar mijn beeld
Icarus in Babel
De spits
helemaal bovenop
ik?
het bouwsel
opgetrokken
van marmer steen
ivoor
gedreven de hoogte in
ik
bovenop de toren
afgebouwd
?
Daar zet ik duisternis
in de schijnwerpers
Woord
Nu de hersens spatten
nu ik met niemand
meer hoef te praten de
verbanden losser worden
uit elkaar vallen
zie ik al mijn vragen
gegoten in een
persoonlijke grammatica
zonder onderscheid
en zonder grens
de samenvloeiende gestalten
verworden tot
het eindeloze alomvattende
ene woord
De zin van het bestaan
Ik laat mij leiden
door deze zin
totdat
het punt
Emotie
De enige communicatie die mij nog overbleef
was de fles die haar schedel brak
Eindelijk kon ik huilen in haar bijzijn
en treuren om wat verloren is gegaan
ik bad
“O nachtwind
laat voelen uw adem
gesel het land
en wat er woont
laat sloten en meren sluiten
rond breekbare botten
smoor de zucht
van bange kijkers en
bedek de dood
met geruisloos wit
O nachtwind
laat uw adem voelen
geef betekenis
aan mijn haat”
Zo gesproken weerstond ik strijdlustig
de dreiging van het snijdende bijten
en keek tevreden met mijn daad
het niets voor de ogen
Redding
Rond het kampvuur zaten wij
muziek en het gezellig te maken
we lachten waren blij en onbevangen
niets kon ons deren we waren in de heer
beschermen zou hij ons en met ons delen
zijn heerlijkheid
we zongen
Jezus Jezus heer
kom tot ons
Halleluja halleluja Jezus
kom tot ons
Daar stond hij, onze wens vervuld
Daar stond Jezus
zwarte rafels donderstaf
angstaanjagend was zijn aangezicht
brullend dreigend kwam hij op ons af en
knielen zouden we knielen waren we gewend
maar onze benen wilden lopen en maar al te graag voldeden wij
rennen lopen springen de angst gaf ons vleugels
en we baden
God, heer der heren
red ons
Oh lieve God
red ons van uw vreselijke zoon
En daar kwam Hij, daar kwam God
vurig paard, woeste ogen, vlammend haar
krijsend overdonderend kwam hij op ons af
de heer der wrake gaat ons straffen
de heer der wrake zal ons leren en
knielen zouden we knielen waren we gewoon
maar onze benen wilden lopen en lopen deden wij
sprinten suizen vliegen de angst gaf ons straalmotoren
en we smeekten
Satan Satan
verlos ons
Beëlzebub Beëlzebub
verlos ons van het kwaad
En daar was de duivel, der vliegen god
Hij droeg een wit gewaad
(Van lang, lang geleden)