Pijnlijke fictie

U bent gewaarschuwd, dit verhaal is alleen bedoeld voor de mensen die Atonement al hebben gezien of het boek gelezen. Anderen zullen er weinig van begrijpen en bovendien verklap ik zonder schroom de afloop van de film en dat verpest natuurlijk een groot deel van de pret als je hem nog wilt gaan zien.

Ik zal om te beginnen toegeven dat ik verward de bioscoop uitkwam. Op het allereerste gezicht wist ik niet wat ik er van moest denken. De film heeft namelijk twee einden. Het ene einde is een eind goed al goed, waarin de twee geliefden elkaar krijgen en gelukkig samen verder leven. In het andere einde gaan ze dood, zonder elkaar ooit nog terug te zien. En tussen die twee mogelijkheden moest ik kiezen, een keuze tussen de romantiek en de keiharde werkelijkheid. En wat ik koos had niet alleen gevolgen voor mijzelf, maar had ook en vooral zijn weerslag op het verliefde paar. Want eigenlijk koos ik een leven of een dood voor hen. Hun lot lag in mijn handen en dat was een grote verantwoordelijkheid. Liever had ik niet gekozen en me aan mijn verantwoordelijkheid onttrokken. En als ik dan toch moest kiezen, dan koos ik het liefst voor het goede einde, want je moest wel heel hardvochtig zijn om die twee het geluk niet te gunnen, na al de pech en het onrecht dat hen al ten deel was gevallen.

Toch kon ik niet zomaar kiezen voor het goede einde, helaas. Dat einde wordt namelijk heel expliciet als fictief gepresenteerd. De schrijfster van het verhaal heeft het verzonnen omdat ze het ware eind, het einde met de dood, te hard vond. En zij kan het weten, want zij is degene die de gebeurtenissen als elfjarige bakvis in gang heeft gezet. Ik moest haar dus op haar woord geloven en dus moest ik besluiten om de held dood te laten gaan in Duinkerken en de heldin in de metro van Londen, het kanaal tussen hen in. Dat is werkelijk gebeurd, daar is eigenlijk geen twijfel over mogelijk, wat de schrijfster later ook heeft bedacht als een daad van genade.

Toch is er wel een mouw aan te passen. Als je, zoals ik, een opleiding hebt genoten in de literatuur, dan gaan er bij fictieve personages binnen fictieve verhalen in je hoofd allerlei alarmbellen rinkelen. Fictieve personages doen in moderne romans namelijk gewoon waar ze zelf zin in hebben en laten zich niet veel gelegen liggen aan de schrijver of de werkelijkheid. Denk bijvoorbeeld maar aan Het volgende verhaal van Cees Nooteboom, waarin de hoofdpersoon een novelle schrijft, waarvan de personages gewoon doorleven als hij die novelle aan het eind onvoltooid vernietigt. Dat kan in fictie, en dus kan het ook zijn dat de oude schrijfster het bij het verkeerde eind heeft. Ze is zelf toch eigenlijk ook maar een fictief persoon, net als haar hoofdpersonages, en bovendien is ze aan het dementeren. Dus kunnen we gewoon aannemen, voor het rustig slapengaan, dat Robbie is ontsnapt aan de hel van Duinkerken, waarna hij direct in Cecelia’s armen is gevallen. Vervolgens heeft de jonge schrijfster, Briony, de man vrijgepleit, zodat hij niet meer beschuldigd wordt van verkrachting. En als de oorlog is afgelopen kunnen ze rustig aan zee van elkaar genieten. Waarom niet? Ik heb toch gezien dat ze het huisje binnengingen, ik heb ze zien lachen, ik zag ze kussen, het heeft zich voor mijn ogen afgespeeld, ik heb het gezien, het was reëel. In ieder geval niet minder reëel dan de angstwekkend dode ogen die me aanstaarden van de in Duinkerken in zijn slaap overleden Robbie.

Ik gun hen hun geluk, werkelijk waar. Ik wilde dat ik was gaan slapen. Maar tot mijn grote spijt word ik niet tevreden gesteld door romantiek alleen. Ik wil ook dat het verhaal een betekenis krijgt. En wat mij betreft wint het einde dat de meeste en beste betekenis genereert. Dus zal ik hun lot moeten heroverwegen. En wat zich dan steeds maar weer afspeelt voor mijn geest is dat de oude Briony zegt dat het een daad van barmhartigheid of genade was dat ze haar personages een gelukkig einde heeft gegeven. Ze kon het hen niet aandoen dat ze nog een keer moesten sterven. En ook dat kun je oplossen met theorieën over fictie, dat is lekker postmodern en heerlijk ongrijpbaar, maar in dit geval zit er op een andere manier meer en heftiger betekenis aan het einde. En daar kies ik dan ook voor, met pijn in het hart.

Op elfjarige leeftijd heeft Briony in haar naïviteit en stuurse koppigheid het leven verwoest van een liefdespaar, haar zus en de jongeman waar ze zelf ook een prille liefde voor voelde, die zelfs ooit haar leven had gered. Ze heeft met een beschuldiging gebeurtenissen in gang gezet die later niet meer te stoppen waren en die regelrecht leidden tot de dood van de twee mensen waar ze van hield. En als de dood, die onverbiddelijke en onvermurwbare bruut, zijn invloed laat gelden, dan is er geen kans meer op verzoening of genade. Ze heeft dus altijd met die feiten moeten leven en is ze helemaal overgeleverd geweest aan haar spijt, berouw, zelfverwijt en schaamte. Haar hele leven heeft ze geweten dat ze het verhaal moest schrijven, als een soort boetedoening, maar de emoties zijn te groot. En als dan op latere leeftijd blijkt dat ze dement gaat worden, en er dus tijdsdruk op het project komt te staan, dan verandert ze het onherroepelijke einde. Dat doet ze niet zozeer uit barmhartigheid voor de twee doden, zoals ze voorwendt, want dood is dood. Ze doet het uit barmhartigheid voor zichzelf. De gevolgen van haar eigen daden zijn te bitter, te pijnlijk om tot leven te wekken. En dat zullen ze altijd zijn.

Juist die pijn, haar pijn, raakte mij onverwacht vol in de maag. En als een film een dergelijke pijn op kan wekken, dan is het er een om te koesteren.

Dit bericht werd geplaatst in Over film, Spreuken en sproken van alledag. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s