Dag kattekop, zeg ik tegen de kat die zonder me uit het oog te verliezen voor mijn wandelende voeten vanonder de heg achter de auto loopt. Dat zeg ik vaak tegen katten, dat is hun naam als ik ze tegenkom.
Zo groet ik ook honden, zelfs al loopt hun baasje me zonder op- of omkijken voorbij. Maar tegen honden zeg ik geen hondenkop, dat is geen goede naam. Bij hondenkop denk je niet, zoals bij kattekop, aan het hele dier. Hondenkop is het woord voor de kop van een hond, liefst alleen en zonder lijf. Het zou luguber zijn om zoiets tegen een hond te zeggen.
Hé Beest, zo groet ik hen.