Ontsnapt naar de werkelijkheid

Over de teleurgestelde lezer van Spel van Stephan Enter

Spel is een prachtig boek om te lezen. Er staan passages in die om te smullen zijn zo mooi geschreven, om groen en geel te zien van jaloezie. Maar ondertussen is al die schoonheid ook nog functioneel. Zoals ik in mijn vorige stukje over dit boek al schreef, zitten we in een geconstrueerd sprookjesland. Niet voor niets komt de wens acuut uit als de hoofdpersoon hem uitspreekt. Hij wil een held wezen en een held zal hij zijn. Hij wordt de held, maar voornamelijk is dat vernederend. Als hij daarna alsnog een heroïsche heldendaad wil verrichten, al is het maar een kleintje, mislukt die jammerlijk en bezeert hij zich bovendien. Juist de wond die hij daaraan overhoudt, geeft zijn kameraden het excuus om hem niet te geloven en zelfs, vreselijk onrechtvaardig, uit te maken voor lafaard.

Niemand heeft beweerd dat het een zoete sprookjeswereld is waarin we zijn beland. Steeds minder zoet wordt het daar, hoewel de hoofdpersoon nog wel met zijn prinses in het torenkamertje belandt. Tot slot verliest hij zijn toverkracht. Dan is het sprookje uit.

Dat is het einde van deel 1. Zo lijkt het tenminste als je het boek hebt gelezen. Het hoofdstuk dat dan begint bestaat namelijk uit dertien delen, die ieder het aanzien van een hoofdstuk hebben. Deze hoofdstukken gaan over de oma, een aloud mythisch figuur, dat met het verstrijken van de jaren toch steeds meer aan kleur moet inboeten en langzaamaan verfletst. Maar gelukkig is er nog het mysterie van de grootvader, die om het leven is gekomen onder geheimzinnige omstandigheden. Dat geheim kan het leven van de hoofdpersoon toch weer wat grandeur verlenen, al was het maar de grandeur van Blauwbaards kamer.

De spanning wordt opgevoerd en gevoed, stijgt hoger en hoger, tot de grootmoeder dan eindelijk doorslaat. Ze ontsluiert hem het verhaal. Maar daaruit blijkt al snel dat het grote mysterie, waar hij met zoveel huiver naar heeft verlangd, niets meer is dan een ordinair familiedrama. De dodelijke afloop, die hij al kende, is het enige bijzondere eraan.

De lezer is nu onvermijdelijk teleurgesteld en vraagt zich vertwijfeld af waar die grote spanningsboog voor nodig was. Wat had het voor zin om zoveel tijd te besteden aan die grootmoeder, als toch alle aandacht naar dat geheimpje ging? Dat brengt het hele boek uit balans.

Maar het boek is niet uit balans. Mij heeft het uit balans gebracht, zelf staat het als een huis. Hoofdstuk 11 is niet deel 2. Het is gewoon hoofdstuk 11, waarin de hoofdpersoon, compleet met zijn hele achtergrond, definitief het sprookje wordt uitgebonjourd. Lezers houden daar niet van. Ze lezen juist om voor de duur van het boek in een sprookjeswereld te kunnen verkeren, om even te ontsnappen aan de werkelijkheid. De hoofdpersoon daarentegen is tevreden. Hij is volwassen en ziet zijn oma eindelijk voor wie ze is. Hij treedt de werkelijkheid tegemoet. Deze tegenstelling is precies de uitkomst die het boek in mij afdwong.

Ondertussen hebben al die gebeurtenissen zich op een heel natuurlijke manier voor mijn ogen voltrokken. Pas later blijkt dat ze betekenis hadden en dat ze heel bewust in hun vorm zijn gestuurd. Alleen echt goede schrijvers krijgen zoiets voor elkaar en zo laat Stephan Enter zien wat hij is.

Dit bericht werd geplaatst in Over boeken en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s