Mens en god

Ergens heb ik geschreven* dat de joden het begin vormen op de weg naar het atheïsme. De joden voelden zich als eersten echt bijzonder met hun God die ze naar hun eigen beeld hadden geschapen. De christenen hebben het vervolgens voor elkaar gekregen om een mens werkelijk tot God te verheffen. Na 2000 jaar bestaat die god nog steeds, fit als een hoentje voor minstens nog een paar honderd jaar. Maar de atheïsten hebben het pas echt afgemaakt. Zij hebben de mens de plek gegeven die hem toekomt, de hoogste. God bestaat niet en dus neemt de mens de vacante plek in beslag.

Het moet me van het hart, dat vind ik een volmaakt walgelijk standpunt. Maar ik kan er de joden niet alle schuld van laten dragen. Lang voordat zij op het toneel verschenen ging het al mis, toen de goden een menselijke gestalte kregen, terwijl de goden helemaal geen menselijk gestalte hebben. Alleen mensen hebben de trekken van de mens, al het andere heeft andere verschijningsvormen. De zon is geen man op een strijdwagen met vurige paarden, de bliksem geen woeste vent met een hamer.

Misschien liep het zelfs al verkeerd toen de mensen simpele altaren gingen oprichten voor de verschijnselen om hen heen, waarmee ze afstand creëerden tussen hen en die fenomenen. Ze verbonden het verschijnsel aan die ene speciale plek en zo hadden ze in het dagelijks leven hun handen vrij om nuttiger dingen te doen. Of misschien is het bidden doorslaggevend geweest, dat als vanzelfsprekend gepaard ging met menselijke woorden. Maar als de goden die woorden niet konden verstaan, dan had het bidden geen enkele waarde. Dus verworven de goden hun eerste menselijke eigenschap, het vermogen van de taal.

Wie weet gaf dat het eerste zetje op het hellende vlak. Het zal daarna niet lang hebben geduurd voor goden menselijke emoties, menselijke wensen, menselijke problemen kregen. Langzaam verwerden ze tot mens. En daarna was het nog maar een kleine ingreep om een god helemaal te isoleren van de elementen waaruit de soort oorspronkelijk was voortgekomen. De god die zo ontstond was alleen nog mens, geschapen naar ons beeld. Met zo’n mensgod is het natuurlijk alleen nog wachten op het atheïsme.

En het atheïsme is niets anders dan een negatie. ‘Neen, er is niets hogers dan de mens.’ Die uitspraak is de kern van het atheïsme. De wereld is ons paradijs en er is niemand die ons hoeft te verbieden om te eten van de boom der wijsheid. Dat doen we zonder terughoudendheid.

* De tekst waarin ik dat heb gedaan is nog niet af en derhalve niet beschikbaar.

Dit bericht werd geplaatst in (A)theïstische manifesten, God, Spreuken en sproken van alledag. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s