Dit jaar begon mijn training vreselijk chaotisch. Ik had me al lang ingeschreven, alleen had ik van 5 april nog niet teruggerekend tot de datum dat ik moest beginnen. Toen ik me daar uiteindelijk toe zette, bleek dat gisteren mijn eerste trainingsdag was geweest, en dat er voor vandaag een snelle acht kilometer op het programma stond. Gehaast heb ik me omgekleed en zonder nadenken of voorbereiding ben ik de straat op gegaan.
Ik had dan wel goed getraind voor de training, met een Singel- en een zevenheuvelenloop, maar na twee weken rust was die snelle overgang net iets te veel van het goede. Een spier in mijn linker bovenbeen liet weten dat het niet goed zat, en nog voor de training goed en wel begonnen was, moest ik twee weken aan de kant blijven om te herstellen van een blessure.
Achteraf bleek dat ik het verkeerde schema te pakken had, en dat ik die eerste dag een rustige zes had moeten lopen in plaats van de snelle acht. Nog weer veel later bleek dat ik een week dubbel in mijn agenda had gezet, en dat de training pas een week later van start had moeten gaan. Als ik dat geweten had, dan zou ik die bewuste week hebben kunnen gebruiken om me mentaal voor te bereiden en om een keer of vier lekker rustig te rennen.
Toch heeft deze valse start me er niet van kunnen weerhouden om maanden lekker te trainen. Deze keer had ik helemaal geen moeite om het regime tot het einde toe strak vol te houden. Het ging zelfs zo goed dat ik besloten heb om na de marathon gewoon door te gaan met lopen, waar ik andere jaren volledig inzakte, door hooikoorts en vooral door een totaal gebrek aan motivatie.
Dit jaar ga ik het anders doen. Nu houd ik de discipline op een aanvaardbaar peil, en wil ik voordat de zomer is afgelopen op de tien kilometer onder de 40 minuten zijn gedoken. Dat geeft me volgend jaar bovendien een prachtige voorsprong, zodat ik de tijd die ik dit weekend neer ga zetten weer kan verpulveren. Dat zijn Allerlei vliegen in één klap. Daar houd ik van.