Ik zag een wervelwind. Zo eentje die een paar pluisjes rondjes liet draaien over het asfalt. Ze bleven elkaar minuten aan een stuk in cirkels achterna zitten en met elkaar dansen, totdat ze onder een geparkeerde auto tot stilstand kwamen. Blijkbaar werd het windje voldoende gevoed door de lichte bries die er stond.
Terwijl ik neerzat om het werveltje te beschrijven, werd ik plots overvallen door een veel grotere.