Ploeteren en op de been blijven

Vrijdag 23 februari. Heuveltraining door de sneeuw. Nog 58 dagen tot de marathon van Londen.

Keiharde sneeuwIn de weersvoorspellingen voor de Eifel waren afgelopen tijd steeds zonnetjes te zien. En dat betekent eigenlijk steevast goed rij- en loopweer. En we komen hier om paard te rijden en te rennen. Samen rijden we overdag, en daarna trek ik mijn renschoenen aan om nog even flink wat heuvels op en af te lopen over de bospaden in de buurt.

Die zonnetjes zijn overigens geen voorwaarde. Want over regen doen we ook helemaal niet moeilijk. Ook dan maken we onze tochten te paard. We trekken gewoon een goede regenjas en regenbroek aan, dan heb je geen last van de nattigheid. Bij het rennen moet je dan rekening houden met wat zompige plekken en plassen, maar over het algemeen zijn de paden hier stevig genoeg om niet helemaal onbegaanbaar te worden.

Kou is al helemaal geen belemmering. Tijdens het paardrijden doen we dan een paar lagen over elkaar aan, dikke sokken, handschoenen, een muts onder onze helm. Na een uur of twee voel je je voeten natuurlijk niet meer, maar dat hoort er bij. En lopen in de kou vind ik al evenmin erg. Ik herinner me dat ik vorig jaar over stijf bevroren paden liep, die helemaal glinsterden in het licht van mijn hoofdlamp. Dat was een magische ervaring.

En rond afgelopen jaarwisseling waren we hier ook nog. Toen heb ik een avond door een besneeuwd landschap gelopen, alleen bijgelicht door de maan. De volgende dag trotseerde ik een sneeuwstorm, bikkel die ik ben. Bomen bogen over het pad onder het gewicht van de sneeuw zodat ik me er een weg doorheen moest banen. Op andere plekken zakte ik tot mijn knieën weg in de sneeuw. Maar dat gaf allemaal niets, want het is heerlijk om door pasgevallen sneeuw te rennen.

En dit keer zagen we dus alleen maar zonnetjes in de weersvoorspellingen, wat perfecte condities beloofde. En heuveltraining past natuurlijk uitstekend in de voorbereiding voor de marathon. Dus ik had er wel oren naar dat we hierheen zouden gaan. Graag! Even helemaal ontspannen en tijd genoeg om te rennen. Wat kan er mooier zijn?

Maar al net na Verviers zagen we de eerste sneeuw langs de kant van de weg liggen. Eerst een klein plekje onder een stel bomen. Had ik het wel goed gezien? Ja, want daar is nog een plekje. En dat werd steeds meer naarmate we hoger kwamen. Steeds maar meer en meer. En hier op onze eindbestemming, op de grens tussen België en Duitsland, is het vrijwel helemaal wit.

Maar het is geen verse sneeuw. Het is sneeuw van een paar dagen oud, die een beetje is weggedooid, weer is aangevroren, weer wat gedooid, aangevroren. Op sommige plekken ligt er nog heel veel, net ernaast is de grond al zichtbaar. Het is harde sneeuw, sneeuw met een ijslaagje, afgewisseld met spekgladde stukken. Waar er doorheen is gereden of gelopen zitten de sporen er onverbiddelijk in geëtst. Vooral het profiel van tractorbanden is keihard.

En er is nauwelijks over te lopen. Ik probeer het toch en neem een vrij makkelijke route. Maar ik kom nauwelijks vooruit. Elke stap is weer een nieuwe uitdaging, nergens is de ondergrond hetzelfde. Hier zak ik diep weg in de sneeuw, daar glijd ik uit, dan weer verzwik ik bijna mijn enkels op de harde stukken. En op de plekken waar de sneeuw weg is, is de ondergrond omgewoeld en keihard. Zelfs daar kan ik niet op vertrouwen. Het enige wat ik kan doen is voortploeteren en op de been blijven.

Na meer dan anderhalf uur en nog geen 15 kilometer kom ik uitgeput en verkleumd aan bij ons huisje. Ik neem me voor om de komende dagen op het asfalt te blijven. Dat is jammer, want daar kom ik hier niet voor. Maar dit is echt geen doen.

Dit bericht werd geplaatst in Als ik over rennen schrijf, De weg naar Londen 2018. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s