De Viva komt bij mij aan huis en vanzelfsprekend lees ik het blad. De Viva werpt een vreemd licht op de vrouw en daar ben ik altijd nieuwsgierig naar. Dit keer adverteerde het blad op de cover met ‘De beste erotische verhalen’. Dat wilde ik wel eens lezen, een erotisch verhaal van de Viva. Toen ik de bewuste pagina opsloeg, bleek het om een verhaal te gaan van een lezeres, een van de zes winnaars van de Viva erotisch-verhaal-schrijf-wedstrijd.
Het was een erg banaal verhaal, maar bij de tweede poging lukte het me om het helemaal uit te lezen. Het heette Lust en was geschreven vanuit de vrouwelijke hoofdpersoon die seks had met haar ex. Daar kon ze niets aan doen, want ze werden zo verschrikkelijk door elkaar aangetrokken en de seks was zo heerlijk dat er geen houden aan was.
In de tekst geeft de schrijfster ons inkijk in twee soorten seks die ze met haar ex had (zonder tegenbericht ga ik er overigens voetstoots vanuit dat het verhaal op ware feiten berust). De eerste soort was seks in een steegje, de tweede seks in bed. De tekst begint met de eerste soort, maar ze roert het maar terloops aan. De werkelijke handeling is op dat moment al voorbij en het gebeuk en gehijg zelf wordt dus niet beschreven. Alleen de gevolgen worden belicht. In het tweede deel van het verhaal volgt de seksscene in bed en die mogen wij lezers helemaal meebeleven. Ze sluit af met een zin die ze al vanaf de eerste alinea heeft voorbereid: “Het is ons weer niet gelukt.” Wat is niet gelukt? Nou, van elkaar afblijven natuurlijk. Seks lukt wel, seks is de standaard.
In dit stuk gaat het mij niet om de seksscenes. Dat ken ik wel, dat gedweep met ogen, billen, blikken, borsten, heupen, overgave en ‘hem in me voelen’. Waar het me om gaat is de manier waarop deze schrijfster de twee seksscenes met elkaar heeft proberen te verbinden binnen één verhaal. Dat gaat op een heel vreemde manier die ik maar niet kan begrijpen, hoe ik mijn best ook doe.
In het eerste deel heeft ze dus seks gehad met haar ex in een steegje. Ze vind het heerlijk dat ze geneukt heeft en ze is er zelfs trots op. Ze houdt van neuken en ze wil neuken met een man die niet met spijt wakker wordt. En de man die haar dat kan geven is haar ex. Zo eens in de paar maanden doet ze het met hem.
Dan komt het befaamde middenstukje:
“Het is begonnen toen ‘wij’ beeindigd werd. Feitelijk is dat zo’n vijf jaar geleden. In de praktijk betekent het een half jaar. Want toen hebben we afgesproken dat we het niet meer doen. Dat was een week na ons zoveelste steegjesavontuur. Het mag niet meer. Het is slecht. Het is zo goed! Maar we zijn alleen vrienden. Die avond deden we het twee keer. Welkom in mijn wereld van sex met je ex.”
Wat wil ze daar nu eigenlijk mee zeggen? “Het is begonnen toen ‘wij’ beeindigd werd.” Dus toen ze het uitmaakten begon deze heerlijk bandeloze relatie. “Feitelijk is dat zo’n vijf jaar geleden.” Het lijkt me hier dat ze het dus vijf jaar geleden hebben uitgemaakt, of dat nu feitelijk is of niet. Ze maakt hier overigens al een klein schrijversfoutje, al zal het vrijwel niemand zijn opgevallen. ‘Dat’ in de tweede zin verwijst grammaticaal gezien naar ‘het’ in de eerste, maar ze wil het laten verwijzen naar het moment dat ‘het’ begonnen is, feitelijk zo’n vijf jaar geleden. “In de praktijk betekent het een half jaar.” Hier begin ik al naar houvast te zoeken, maar ik ga door met het vertrouwen dat ik dat houvast in de volgende zin zal vinden. “Want toen hebben we afgesproken dat we het niet meer doen.” Wat niet meer doen, vraag ik bijna uit evenwicht. “Dat was de week na ons zoveelste steegjesavontuur.” Nu val ik om, er is niets meer dat me kan redden. Ik ben de weg kwijt. Het (het seksen met de ex in steegjes uit het eerste deel (dat neem ik vooralsnog aan)) is feitelijk vijf jaar geleden begonnen, maar in de praktijk een half jaar terug toen ze hun laatste avontuurje in een steeg hadden. In de praktijk is het dus begonnen toen het net eindigde. Dat kan niet. Dat kan echt niet! Het is begonnen toen ze het uitmaakten. Vijf jaar, nee een half jaar geleden. Wat is er dan begonnen, roep ik uit in vertwijfeling! Wat is in godesnaam begonnen?! Als het niet naar het eerste deel verwijst, maar naar het tweede waarin ze het in bed doen, waarom staat dat eerste deel dan in de tegenwoordige tijd? Er is een steegjesavontuur op dit moment of niet zo heel lang geleden, en er is iets wat een half jaar geleden begon toen de steegjesavonturen ophielden. En in het tweede deel is het ook al “vanavond”, hoewel toch in het verleden: “Vanavond kwam je eindelijk langs.” Gelukkig wordt dat aan het einde van dezelfde alinea rechtgezet: “En nu kom je.” Hoera! Je komt. En als je er eenmaal bent, dan vliegen de vonken er vanaf. Het is jullie niet gelukt en het verhaal kan samen met de Viva bij het oud papier, zoals elke week. Maar ondertussen begrijp ik het nog steeds niet en zoek ik naar betekenis in die zinnen. Die moet er toch zijn geweest toen ze werden neergeschreven. Die moet er toch uit te destilleren zijn.
Als hulpmiddel hanteer ik in uiterste wanhoop de reconstructie, dat moet toch niet zo moeilijk zijn. Ik reconstrueer wat is er met dit meisje is gebeurd en hoe dat precies in zijn werk ging. Dit doe ik op basis van de feiten zoals ik ze ken. Op dit moment heeft ze blijkbaar een heerlijke relatie met haar ex. Hij is haar vaste ex-vriend, zeg maar. Vijf jaar geleden hadden ze een relatie, maar die is toen verbroken. In de tijd daarna hadden ze nog wel snelle seks met elkaar, maar ook daar hebben ze een half jaar geleden een eind aan gemaakt. Precies daar laat ze het beginnen, dat is frappant. Nu, een half jaar later, is het weer zover. Nu komt hij langs en ze bespringen elkaar direct. Ze zijn gewoon niet uit elkaar te houden, ze kunnen niet van elkaar afblijven en ze zullen het nu wel lekker blijven doen, gewoon in bed. En dan worden ze weer gewoon vriendje en vriendinnetje, gaan ze toch maar samenwonen, krijgen ze kinderen en ruzie, al zal onze schrijfster er nog niet zo over denken.
Blijkbaar moesten ze even uit elkaar om elkaar echt te gaan waarderen. Dat is mooi, al vraag ik me wel af waarom. Ze genoot ook in die steeg, daarvan zijn we getuige in het eerste deel. Ze werd erdoor bevredigd. Het was dus eigenlijk allemaal nergens voor nodig. Ze zijn even uit elkaar geweest en nu zijn ze weer bij elkaar en het is begonnen op het moment dat het ‘wij’ beeindigd wordt. Maar in het verhaal is dat ‘wij’ nergens werkelijk beeindigd. Overal in het verhaal is het ‘wij’ wat de klok slaat. Wij is er en is er steeds geweest. Wat is er dan begonnen? Wat is er in hemelsnaam begonnen? En wat is er nu dan bezig? Wat is er beeindigd? Ik kom er niet uit. Zelfs dit simpele klusje van reconstructie van een logisch verhaal lukt me niet. Het is beschamend.
Ik zal de schuld niet bij mezelf leggen. En evenmin bij de schrijfster, want dat is toch ook maar een Vivalezertje. Haar enthousiasme heeft haar meegesleurd en ze wilde zo snel mogelijk van de ene erotische scene naar de volgende. De overgang heeft ze toen maar snel afgeraffeld en daar zit nu veel te weinig informatie in om duidelijk te kunnen maken wat er gezegd dient te worden om het geheel begrijpelijk te maken. Ik zal de schuldvraag trouwens maar helemaal opschorten en vrolijk zijn. Want wie had kunnen denken dat ik ooit nog eens zoveel woorden zou schrijven over de Viva! Wat is het leven toch verrassend en mooi.