Citaten uit een artikel van Tariq Ali, gepubliceerd in de Volkskrant van zaterdag 12 februari 2005:
“Dit is waarom het gaat bij ‘democratie-bevordering’. De recentste variant wordt nu toegepast in Afghanistan en Irak en zal Haiti (nog een bezet land) treffen in november dit jaar. Schep een nieuwe elite, geef die fondsen en wapentuig om een nieuw leger op te bouwen en laat het aan hen over om het land veilig voor de mulitnationale bedrijven te maken.”
“Het triomfalistische koor van de westerse media die in handen zijn van bedrijven of de staat, duidt op een enkel feit: de Iraakse verkiezingen waren ontworpen niet zozeer om de eenheid van Irak te waarborgen als wel die van het Westen.”
“De bezetting van Irak ging gepaard met zowel een militaire als een economische invasie, zoals was voorzien door Hayek, de vader van het neoliberalisme. In diens doctrine is een visie op wat imperiale macht is, neergelegd. Hayek was per slot van rekening de pionier van het begrip lightning air strikes, tegen Iran in 1979 en Argentinië in 1982. De herkolonisering van Irak zou hem zeer zijn bevallen. Hij had een hekel aan vroom gedoe. Politici die hun werkelijke bedoelingen verstoppen achter mooie woorden over menselijkheid zouden hem zeer hebben geërgerd.
Hayeks volgelingen in Wahington, echter, voorzagen geen verzet in Irak. Net zomin als het gros van de westerse wereld, waar de meeste intellectuelen, tv-journalisten en website-verslaafden zo gedesillusioneerd, verbitterd en cynisch zijn dat ze ervan uitgaan dat iedereen is zoals zij.”
“Is het een perfect verzet? Nee. Hoe kan een verzet aardig zijn als de bezetting zo wreed en lelijk is? Het zinloze geweld waaronder de Iraakse burgers vanwege de bezetting lijden, lokt een gewelddadige reactie uit. Dat was niet anders toen de Algerijnen tegen de Fransen vochten in de jaren zestig. Toen een Algerijnse verzetsleider werd gevraagd waarom zijn strijders zo vaak bomaanslagen pleegden op cafes en burgers vermoordden, antwoordde hij: ‘Geef ons gevechtsvliegtuigen en helikopters en we vallen alleen nog Franse militairen aan.'”
“Alleen in het Westen wordt de dood van honderdduizend Iraakse burgers genegeerd door politici en media. Iraakse levens doen er niet toe voor de mensenrechtenbrigaden in het Westen. Dat draagt ertoe bij dat de woede tegen het Westen wordt opgezweept. De demonisering van de islam is nu al zo erg dat dode moslims niet meer geteld hoeven worden. En de bron van deze demonisering is de regering van de VS, een land ondergedompeld in religie, 95 procent van de Amerikanen gelooft in God, 70 procent in engelen, 67 procent in de duivel. Wie in de duivel gelooft, schreef Thomas Mann in Dokter Faustus, behoort hem al toe.”
En dan het sluitstuk:
“Het idee dat de hedendaagse wereldpolitiek wordt beheerst door de fundamentele categorieën vriend en vijand heeft een lange stamboom. Het was Carl Schmitt, een begaafde juridische denker van het Derde Rijk, die deze visie voor het eerst ontwierp om Hitlers aanvallen uit voorzorg (pre-emptive strikes) tegen buurlanden recht te praten. Schmitts geschriften werden na de Tweede Wereldoorlog door conservatieven aangepast aan de behoeften van de VS en zijn heden ten dage de kern van het neoconservatieve gedachtengoed. De boodschap is recht door zee: als uw land zich niet onderwerpt aan onze wensen is het een vijandige staat; het zal worden bezet, zijn leiders zullen worden verwijderd en inschikkelijke satrapen zullen op de troon worden gezet. Bezetting, rebellie, terugtrekking, bezetting, zelfemancipatie: het is een patroon in de wereldgeschiedenis.
Tijdens het oorlogstribunaal van Neurenberg werd ook de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Von Ribbentrop, aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden. Waarom? Omdat hij de politieke en ideologische rechtvaardiging had geleverd voor de ‘inval uit voorzorg’ van Noorwegen. Als dit precedent zou worden gevolgd in de denkbeeldige beklaagdenbank van een toekomstig tribunaal, dan zouden Colin Powel, Condoleezza Rice, Tony Blair en hun baas in het Witte Huis eenzelfde aanklacht tegemoet kunnen zien. Onwaarschijnlijk, maar wel wenselijk.”
Ik ben het behoorlijk eens met deze Tariq Ali.