Voor mijn ogen ontrolt zich de onvermijdelijke gang van Marcelo naar het cynisme. Alles waar hij zich aan vastgrijpt wordt hem uit handen geslagen.
Maar zo hoeft het niet iedereen te vergaan, dat vertelt het meisje aan het einde van de film. In de scène waarin je haar leert kennen is ze een echte bakvis, en toch vertelt Marcelo haar dat ze mooi is. Alleen omdat hij het flirten niet laten kan, denk je, geen beter lijdend voorwerp dan een jong meisje. Maar als ze daar aan de overkant staat, dan zie je dat hij gelijk had. Ze is mooi. Ze lijkt een engel en er is geen spoortje cynisme in haar te bekennen, alleen diepe liefde voor het leven. Voor Marcelo is er echter geen redden meer aan. Hij wordt door een onoverkomelijke afgrond van haar gescheiden en verstaan kunnen ze elkaar niet. Hij beseft dat en sloft achter zijn gelijken aan.
Alleen de kijker heeft nu een reddende grashalm in zijn hand gekregen. Dat meisje heeft de mogelijkheid om haar onbevangenheid te bewaren, ondanks de gerede kans dat het leven alle hoop onder haar vandaan zal slaan.