De smaak van Surinaams

Over De koningin van Paramaribo van Clark Accord

Aan het einde van de zomer maakte ik voor een van mijn bladen een perstripje naar Fins Lapland. Op zulke tripjes word je van hot naar her gesleept, zodat je zoveel mogelijk van een land kunt proeven. Je komt dus op een heleboel plekken waar je anders nooit zou zijn gekomen, ziet dingen die je anders nooit zou hebben gezien en doet dingen die je anders nooit zou hebben gedaan. En dat allemaal in een zo kort mogelijke tijd, anders wordt het te duur voor de organisator. Je hebt dan misschien voorrang, maar je moet wel opschieten. Perstripjes zijn dus leuk, ze zijn zelfs de krenten in de pap, maar ze zijn ook vermoeiend, niet in de allerlaatste plaats doordat je al die dagen optrekt met mensen die je anders nooit zou hebben ontmoet. En met optrekken bedoel ik niet dat je ze elke dag wel een keer ziet. Nee, met optrekken bedoel ik dat je ze de hele dag ziet, de hele dag met ze praat, dat je alles met ze doet, alle dagen. Je ontbijt met ze, je luncht met ze, je dineert met ze, je drinkt een biertje met ze, je zit met ze in de auto, in het vliegtuig, in de boot, op de rivier, in de bergen, in de bossen, ze zijn geen moment uit het zicht. Gelukkig is dat niet alleen slecht nieuws. Het leuke er aan is dat het stuk voor stuk heel verschillende types zijn en dat het meestal, na een eerste stroeve dag, erg gezellig wordt. Buiten de begeleiders van de reisorganisatie en het persbureau namen aan het Laplandtripje een stoere outdoorman deel, een beautyqueen met hersens, een nerd, een middelbare modedame, ikzelf was de no-nonsensman en tot slot was er Clark Accord.

Ik kende Clark Accord niet, maar langzamerhand werd duidelijk dat hij een succesvol schrijver was en dat een van zijn boeken zelfs in het Fins was vertaald. Hij liep daar niet mee te koop, maar hij stak het evenmin onder stoelen of banken. Tijdens onze lange autoritten door het eentonige Lapse landschap, dicht op elkaar gepakt achter in het busje, bleek hij bovendien een goed verteller. Eigenlijk was hij altijd wel bezig met het vertellen van een episode uit zijn leven. Ik herinner me nog levendig het verhaal over de nymfomane nachtzuster, die zich stortte op zowat elke aantrekkelijke mannelijke patiënt die werd binnengebracht. Ook staat me nog het schrijversklasje bij waarin Clark zat en waarin hij door niemand serieus werd genomen, terwijl hij achteraf de enige is die werkelijk een boek heeft gepubliceerd en de rest niet verder is gekomen dan het werpen van jaloerse blikken bij de rode loper van het boekenbal. Verder wist hij natuurlijk de modewereld heerlijk tot leven te wekken, waarin hij lang heeft gewerkt als make-up-artiest. En dat hij in zijn huis in Suriname een telefoonaansluiting wist te krijgen was een regelrecht mirakel.

Daar in het hoge noorden, terwijl we samen in een kano over een betoverend en spiegelglad Laps meertje gleden, beloofde ik een boek van hem te lezen. En dat ik hem dat beloofde hoeft helemaal niemand te verwonderen. Het lag zelfs voor de hand dat ik hem dat beloofde, want als je een tijd zo dicht op elkaars lip zit, raak je in elkaar geïnteresseerd. En niet lang na thuiskomst zette ik mijn intenties ook nog kracht bij door De koningin van Paramaribo aan te schaffen, het debuut van Clark Accord. Maar er strijden altijd veel boeken om mijn aandacht, een gevecht dat dit boek op dat moment even niet kon winnen. En omdat interesses nu eenmaal op de achtergrond raken als ze niet worden gevoed, had het zomaar achter in de kast terecht kunnen komen, waar er voor de band weinig anders had opgezeten dan door iedereen vergeten stof vergaren. Maar dit keer heeft uitstel niet tot afstel geleid en na een moeizaam begin heb ik het toch vrij snel uitgelezen. Het was de moeite waard.

De koningin van Paramaribo gaat over Wilhelmina Angelica Adriana Merian Rijburg, ofwel Maxi Linder, de bekendste en meest exclusieve hoer van de stad. Deze Maxi Linder was een kleurrijke figuur, die er geen geheim van maakte welk beroep ze uitoefende. Ze liep er zelfs mee te koop. En dat het goede koopwaar was die ze uitventte, dat staat buiten kijf. Bovendien maakte ze het niemand makkelijk die het tegen haar opnam. Haar woedeaanvallen waren legendarisch en ze zette iedereen te kijk die probeerde de spot met haar te drijven. Het was al met al een vurige tante, die met zowat heel vooraanstaand mannelijk Paramaribo het bed deelde.

Het is een hele opgave om over zo’n uitgesproken en heftige persoonlijkheid een boek te schrijven. Natuurlijk wil je er geen echte biografie van maken, want dan zit je veel te veel vast aan de feitjes en ben je je vrijheid als schrijver kwijt. Bovendien wordt het boek dan te dik en te saai. Een ander probleem is dat je het verhaal in zo’n roman maar moeilijk vanuit het perspectief van de vrouw kunt vertellen. Je zou dan gedwongen zijn stelling te nemen en je zou moeten onthullen uit hoeveel werkelijke woede haar buien bestonden en hoeveel er berekening was. Als schrijver kun je dat niet en je wilt het niet, en daarom is het beter om zo iemand op een respectvolle afstand te houden. Dus zit je met een stevig vormprobleem en met je handen in het haar. Maar Clark Accord draagt geen haar en het probleem heeft hij handig opgelost door de vorm te kiezen die bekend is van boeken als As I Lay Dying en van Omtrent Deedee. Ik begrijp dan ook niets van de opmerking die hij in Finland maakte dat sommige critici hem verweten dat het boek te simpel was van structuur. In mijn ogen is dat een volkomen belachelijke aantijging. De structuur is uitstekend, ook al is het boek vrijwel helemaal chronologisch opgebouwd. De afzonderlijke vertellende personages geven ieder hun eigen kijk op Maxi Linder. Allemaal lichten ze een puntje van de sluier op en zo krijg je toch een compleet beeld van de vrouw. Terwijl er toch genoeg te raden overblijft, want Clark Accord is zo slim geweest om niet alles te willen vertellen. Doordat steeds andere mensen over hun eigen avonturen vertellen, waarin Maxi Linder niet eens altijd een prominente rol speelde, blijft de vrouw vooral beeld. En dat werkt perfect, want beeld is precies wat ze was, een beeld dat ze van zichzelf geschapen had. Zelf komt ze alleen aan het woord als kind en als stervende oude vrouw. Als kind had ze het beeld van zichzelf nog niet ontwikkeld, als oude vrouw was ze van elke waardigheid ontdaan en dus weer menselijk. Daartussenin hield ze het beeld van haarzelf hoog, het beeld dat beeldbepalend was voor Paramaribo, samen met al die andere kleurrijke beelden waarmee de schrijver ons het hele boek door bestookt. Door haar zo te portretteren zet hij direct de stad zelf neer, in al haar kleurrijke facetten, gedurende een bewogen periode. Ik kreeg zelfs de indruk dat het boek minstens evenveel ging over Paramaribo als over haar legendarische koningin.

Clark Accord heeft mij niet teleurgesteld. De vertelkunst die hij in het Lapse busje tentoonspreidde heeft hij ook op papier tot leven weten te wekken. Dat is knap en lovenswaardig, iets waarmee ik dit verhaal gemakkelijk af zou kunnen sluiten. Ware het niet dat ik de werkelijke aanleiding om het te schrijven nog niet heb onthuld. En die werd niet gevormd door het verhaal, hoe aangenaam dat ook is, maar door de taal die in het boek gebezigd wordt. Op het eerste gezicht is daar misschien niets vreemds aan te ontdekken. De taal ziet er uit als Nederlands. De taal leest als Nederlands. Lees je hardop dan klinkt dat als Nederlands. Maar toch is er iets mee aan de hand. Al op de eerste pagina’s blijkt de taal veel te bloemrijk voor Nederlands. Als iemand iets ruikt, dan ruikt hij niet gewoon, dan dringt de geur zijn reukorgaan binnen. Als iemand op sterven ligt, dan gaat ze niet gewoon dood, dan bevindt ze zich in zorgwekkende toestand. En wie geil is, die wil niet neuken maar is rijp voor Maxi’s schoot. En zo staan er op elke bladzijde talloze voorbeelden van dit bevreemdende taalgebruik. In het begin ergerde ik mij er aan, het verpestte zelfs mijn hele leeservaring. Op die manier spreekt toch niemand, dacht ik, als er weer eens een personage een mond vol woorden nam. Tot ik er achter kwam dat ik helemaal geen Nederlands aan het lezen was. Ik las Surinaams en dat bleek heel iets anders. Als ik verderop in het boek opnieuw struikelde over een welig bloemperkje in een zin, nam ik mijn toevlucht tot het Vliegende Panterachtige nepsurinaamse accent dat iedere Nederlander wel machtig is. Met die zangerige intonatie klonken de zinnen ineens natuurlijk, klonken ze zelfs als een klok. En zo heeft Clark Accord me niet alleen een mooi verhaal verteld, hij heeft me ondertussen ook nog laten proeven van zijn taal. Het was een exotisch en smakelijk gerecht.

Dit bericht werd geplaatst in Over boeken en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s