Uit de kunst

Er zat een vogeltje te zingen op de nok van een dak. Ik hoorde hem al van verre en terwijl ik aan kwam lopen bleef hij uit volle borst zijn best doen, zodat ik langzamerhand kon lokaliseren waar hij zat, tot zijn kleine en fiere silhouet zich voor me aftekende tegen de avondlucht. Voor het huis bleef ik drentelen en dralen. Ik kon me niet losmaken van zijn lied, dat ging van laag tot hoog via kwetteren richting tjilpen over korte fluiten naar lange gieren in elk denkbare variant en combinatie. Geen enkele keer tot hij wegvloog, naar zijn volgend optreden, heb ik hem kunnen betrappen op een herhaling. Aan mijn oren bood hij het eindeloze arsenaal.

Dit bericht werd geplaatst in Spreuken en sproken van alledag. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s