Woensdag 17 januari. Nog 95 dagen tot de marathon van Londen
Grote Lamlendigheid overvalt me als ik thuiskom van mijn werk. Dat kan komen doordat de hele dag mensen aan me hebben getrokken en aandacht van me wilden. Het kan ook zijn dat het virus dat Miriam in zijn greep heeft opnieuw een aanval doet op mijn gestel. Ik nies de hele dag al meer dan anders en op sommige momenten had ik het tegelijk warm en koud. Dat zijn geen goede tekenen.
Zeker na het boodschappen doen slaat hij keihard toe, precies op het moment dat ik mijn renschoenen om moet binden. Het helpt ook al niet dat het winderig is en het misschien gaat regenen, terwijl ik normaal gesproken toch houd van onstuimig weer.
Ik heb helemaal geen zin om naar buiten te gaan! Maar als je toegeeft aan dit soort grillen, dan weet je zeker dat je binnen de kortste ziek wordt. Het lopen houdt mijn weerstand nou juist op peil. Dus kleed ik me om. Op de valreep zet ik nog wel een muts op, omdat ik echt geen zin heb in een hagelbui op mijn blote hoofd.
Het blijkt prachtig weer te zijn. Fris, maar lekker. Toch kan die frisheid mijn lichaam niet werkelijk activeren. Het wordt de langzaamste duurloop die ik de laatste tijd heb gelopen. Wel let ik er op dat ik mijn techniek niet laat verslonzen. Ik loop rechtop met reactief voetenwerk. Dan mag het langzaam gaan.
Zelfs verkort ik de loop van de 19 die ik in gedachten heb naar 15, want het gaat veel trager dan voorzien. Zolang ik maar bij anderhalf uur in de buurt kom, want dat gebiedt mijn schema.
Het is maar goed dat ik besloten heb om nog voor een laatste keer mijn oude schoenen aan te trekken. Met zo’n loop wil ik mijn nieuwe niet inwijden. Die moeten niet het idee krijgen dat ze het alle dagen zo rustig zullen krijgen.