Zondag 21 januari. Nog 91 dagen tot de marathon van Londen
De zon schijnt, het is net boven het vriespunt en het waait nauwelijks. Op zo’n fris prikkelende dag is het geen straf om 30 kilometer te rennen. Ik besluit dat het perfect weer is voor de kastelen, molens en fortenroute, mijn oudste lange afstandsloop, vernoemd naar de historische gebouwen die ik onderweg tegenkom.
Het blijkt een goede keus, zeker vanwege de polders waar ik doorheen moet. Het stikt in de velden van de ganzen, eenden, koeten, ooievaars en ander gevogelte.
Maar dit keer worden niet alleen mijn zintuigen geprikkeld. Gisteren heb ik drie uur in de auto gezeten op weg naar het oosten van Noord-Brabant en dus heb ik om het half uur het nieuws moeten aanhoren. Daarop was steeds opnieuw te beluisteren dat premier Rutte heeft gezegd dat we ervoor moeten waken historische figuren als JP Coen met onze opvattingen van nu.
Daar ergerde ik me gisteren in de auto al behoorlijk aan, maar nu ik twee en een half uur door het Hollandse landschap loop, met zijn slootjes, riviertjes, kanalen en ijle populieren, kan ik rustig argumenten zoeken voor mijn ergernis.
Het ergerlijke is dat Rutte hiermee een VOC-duit in het zakje doet van de discussie over de JP Coen School die zijn naam wil veranderen. Op die school vinden ze de koene vaderlandsche held niet meer bij hun identiteit passen, aangezien hij in zijn tijd een aantal bepaald onfrisse dingen heeft gedaan.
En nu neemt Mark Rutte, als minister president, standpunt in deze zaak door zijn historicusbril op te zetten. En als historicus moet je inderdaad verre blijven van het beoordelen van historische figuren met hedendaagse ogen, daar heeft Mark een punt. Historici bestuderen historische figuren in hun context en daarbij is het niet nodig om hen te veroordelen of te prijzen. Ze bedrijven wetenschap.
Maar toch slaat Mark Rutte hier de plank volledig mis, omdat het helemaal geen historisch debat is wat wordt gevoerd!
Overigens moet ik wel toegeven dat ik het interview met hem niet heb gehoord en dat ik dus evenveel weet als de gemiddelde radioluisteraar. Maar via die summiere berichtgeving sijpelt zijn mening wel door naar de rest van Nederland en beïnvloedt die zo de discussie. Vandaar dat ik er alleen al op basis van die kennis een mening over kan en mag hebben.
En die mening is dat Rutte het debat vertroebelt. Het gaat hier namelijk helemaal niet over historische figuren in hun context. Het gaat over het eren van die historische figuren. En eren doe je per definitie in het heden, met een hedendaagse bril op.
Toen de school vernoemd werd naar de slachter van Banda, stond men nog veel dichter bij het koloniale verleden. Misschien was Nederland op dat moment zelf nog wel een koloniale mogendheid. Bovendien had men in het suffe Nederland een begrijpelijke heimwee naar de glorietijden van weleer.
Dan is het volkomen logisch dat je een school vernoemt naar JP Coen. Dat is ook niet de eerste de beste. Hij is de stichter van Batavia en hij stelde de handel in nootmuskaat veilig, wat ons heel veel rijkdom heeft opgeleverd. Dat er daarbij her en der een spaandertje is gevallen, dat neem je met alle plezier voor lief. Laat de jeugd maar eens een voorbeeld nemen aan die man!
Maar tijden veranderen, en daarmee ook de brillen waarmee we naar het verleden kijken. En die bril is dus wel degelijk relevant voor de discussie, in tegenstelling tot wat Mark Rutte lijkt te suggereren.
Het is daarom helemaal aan het bestuur van de school zelf om te bepalen of ze nog wel geconfronteerd willen worden met de historische figuur die er door de stoffige bril van de eerste helft van de vorige eeuw uitzag als held en als voorbeeld voor onze jeugd.
Ik wens hen daarbij heel veel wijsheid en ik hoop dat ze zich op geen enkele manier laten leiden door wat onze minister president ervan heeft gezegd.