Zaterdag 3 februari. Korte duurloop. Nog 78 dagen tot de marathon van Londen
Vandaag zijn mijn gedachten tijdens het hardlopen vooral bij mijn kater, Ramses, ook wel Houdini genoemd. Vanochtend heb ik hem buiten gelaten.
Dat is voor het eerst nadat hij acht weken binnen heeft gezeten. Voorafgaand aan die periode liet hij vooral zichzelf buiten. Eén keer, toen hij net een dag of vier bij mij was, maakte hij een deur open en wurmde hij zich vervolgens door het wc-raam. Het was natuurlijk heel dom van mij dat ik dat raam op een kier had laten staan, maar eigenlijk had ik er niet eens aan gedacht om het te sluiten.
De eerste dagen die daarop volgden zat hij nog in de buurt. Hij is zelfs nog een keer binnen geweest om te eten. Maar daarna vond hij zijn weg naar een buurt waar hij eerder had gewoond, niet zo heel ver hier vandaan. Vanuit zijn vroegere huis kregen we foto’s van hem toegestuurd. Daarom ben ik daar gaan zoeken met zijn oude baasjes, een renmaat uit mijn loopgroep en zijn vrouw. Zij moesten hem wegdoen omdat hij jaloers werd op hun dochter, die hij een klap verkocht als hij de kans kreeg.
Hij bleek inderdaad in die buurt rond te hangen. Desgevraagd hadden verschillende mensen hem gesignaleerd, zonnend bij de fietsenstalling of rondsluipend door de bosjes. En net toen we op het punt stonden het op te geven en naar huis te gaan, kwam er een oude buurman aan fietsen met het nieuws dat hij Ramses zojuist even verderop onder een auto had zien zitten. En daar zat hij inderdaad.
Vervolgens heb ik hem toch zeker weer drie dagen binnen kunnen houden. Want alweer had ik hem onderschat. Dit keer brak hij door een hele stellage heen die ik voor het kattenluik had gebouwd. Die stellage bestond uit een grote plank, een zware computer, een volle koffer en nog meer zware dingen. Het kattenluik zelf zat bovendien op slot. Maar Ramses is een sterke kater in de kracht van zijn leven. En als hij een missie heeft zal hij die uitvoeren ook. Zijn missie op dat moment was uitbreken.
Na die uitbraak heeft hij ruim drie weken op straat geleefd. Ik ging elke dag kijken in zijn buurt en ik heb hem ook daadwerkelijk een paar keer gezien. Zelfs heb ik hem te eten gegeven, terwijl hij onder een auto zat en ik op een paar meter afstand bleef. Benaderen kon ik hem niet, want we waren nog verre van vrienden. Ook ben ik er weer wezen zoeken met zijn vroegere baas, mijn loopmaat, maar ook dat had geen succes.
Nog een geluk dat we die eerste succesvolle keer dat we waren gaan zoeken een paar mensen in de buurt hadden aangesproken. Zij zouden opletten of ze hem zagen. En één van hen meldde zich om te zeggen dat Ramses regelmatig door het kattenluik zijn huis binnenkwam. We vroegen hem om dat kattenluik zo af te stellen dat een kat wel naar binnen, maar niet naar buiten kan. En uiteindelijk berichtte hij me dat er een kat die aan alle beschrijvingen voldeed opgesloten zat in zijn achterkamer.
Intussen had ik alle kieren en gaten van mijn eigen huis gebarricadeerd en dichtgeschroefd. Wat me er de dagen die daarop volgden overigens niet van weerhield om steeds vreselijk ongerust te zijn of mijn huis wel stevig genoeg was om de kater binnen te houden. Desnoods zou hij gaan tunnelen om te ontsnappen.
Maar mijn huis heeft het gehouden. Houdini werd weer gewoon Ramses.
Dat is nu dus 8 weken geleden. En in de tussentijd is onze verhouding langzaamaan steeds beter geworden. De eerste weken vluchtte hij direct achter een gordijn als ik ook maar in de buurt kwam. Maar al snel kon ik hem aaien als hij aan het eten was en schoot hij net wat minder schichtig langs me heen. Een paar dagen na de jaarwisseling, nota bene nadat ik meer dan een week op vakantie was geweest, kwam hij zelfs bij me op de bank liggen en kon ik hem daar aaien. Weer later begon hij mijn schoot een goed plekje te vinden, daar lag hij steeds als ik thuis aan het werk was. De laatste dagen kon ik zelfs rekenen op een zeker aantal kopjes.
Maar hij bleef verlangen naar buiten. Dus vandaag, na acht weken binnen zitten, heb ik de plank weggehaald die met zo’n 15 schroeven voor het kattenluikgat zat. Onder grote belangstelling heb ik die er één voor één uit gehaald. En toen de plank eenmaal los zat, opende ik de deur helemaal en liep ik voor Ramses uit naar buiten. Die kwam me maar heel onwennig achterna.
Minstens twee uur heeft die onwennigheid geduurd. Hij zat op een muurtje, met zijn neus in de lucht, zijn ademhaling onrustig snel. Een paar katten kwamen kijken naar hun nieuwe buurtgenoot, waar hij ongerust naar loeide. Toen ging hij op onderzoek uit. Net voordat ik ging lopen is hij nog even bij me binnen geweest, wat me hoopvol stemt. Vrij snel daarna is hij weer weggegaan, op avontuur.
En nu maak ik me dus zorgen. Natuurlijk is het mogelijk dat hij ervoor zal kiezen om zo af en toe weer lekker warm bij mij op de bank te komen liggen, half over me heen en genietend van de aandacht en het kroelen. Maar het zit er ook best in dat hij opnieuw terug gaat naar de buurt die hij van vroeger kent, waar hij een kater van aanzien was. Hij weet immers de weg.
Die gedachten spoken rond in mijn hoofd terwijl ik mijn uurtje rennen op onbezorgd tempo afwerk. Zou hij, of zou hij niet. Hij zal vast niet. Hij zal toch wel. Had ik maar, dan was het. Als hij nou, dan doet hij. Maar als hij, dan. Ik kan altijd, al gaat hij dan. Maar ik heb het niet meer in de hand, dus het heeft geen enkele zin om scenario’s te bedenken. En dus probeer ik het te laten rusten en me te concentreren op mijn lichaam. Maar dat lichaam doet toch wel wat het moet doen, daar heeft het mij niet voor nodig.
Als ik terugkom is er nog geen Ramses te zien en er zijn ook geen brokjes weg uit zijn bakje. Mijn grootste hoop is gevestigd op de innerlijke kater, want ik heb hem natuurlijk niet met volle buik naar buiten gestuurd. Binnenkort zal hij toch wel honger krijgen.
Als ik in de namiddag terug kom van het paardrijden is het bakje wél leeg. Dat is goed nieuws, al kan ik er natuurlijk niet zeker van zijn dat het Ramses is geweest die het heeft leeggegeten. Ik houd me maar vast aan de gedachte dat hij ook een nacht is weggeweest toen zijn oude baasjes hem voor het eerst buiten lieten uit hun nieuwe huis. Toen is hij toch ook teruggekomen. Die eigenwijze kater.
dat valt echt niet mee,hoop dat hij straks weer lekker een binnen poes is