Vrijdag 13 april. Rustige duurloop. Nog 9 dagen tot de marathon van Londen.
Een heel simpele duurloop blijkt zo aan het einde van de trainingsperiode nog een behoorlijke opgave. Tot een kilometer of zeven doet mijn been ongemakkelijk zeer en moet ik er moeite voor doen om gebalanceerd te blijven lopen. Dat zorgt ervoor dat het niet prettig gaat.
Rond kilometer negen begin ik ook nog honger te krijgen en dat helpt allerminst. Voordat ik kon gaan lopen moest ik de paarden nog voeren en uitmesten, dus het is wat later geworden.
Zo wordt anderhalf uur toch nog best lang.
Daarnaast krijg ik het vermoeden dat mijn horloge me hier en daar voor de gek houdt. Kilometers lijken veel langer dan normaal en volgens mijn horloge loop ik langzamer dan ik zelf ruw inschat. Dat vermoeden wordt natuurlijk gestaafd door de laatste wedstrijden, toen het ding ook al niet nauwkeurig bleek. Ik begin er ernstige twijfels over te krijgen.
Gelukkig staan er bij de marathon over het algemeen kilometerbordjes langs de route, al zouden dat in Londen ook best wel eens mijlbordjes kunnen gaan zijn. In ieder geval hoef ik niet alleen op mijn horloge te vertrouwen.
De onnauwkeurigheid van het ding kan zelfs in mijn voordeel uitpakken, omdat ik gewend ben harder te lopen dan ik in werkelijkheid hoef. En dan kan het alleen maar meevallen. Toch is het na de marathon misschien toch tijd om eens naar een nieuw horloge om te zien.
Als ik dan toch eindelijk thuis kom ben ik uitgeblust. Gelukkig heb ik niet heel rap hoeven lopen, zodat ik hier snel van zal herstellen. Ruim voor de duurloop van morgen.
Wel moet ik nog mijmeren over waarom ik me zo lamlendig voelde tijdens het lopen, en dat kan nog best aan de sluimerende hooikoorts liggen. Die loert weer op een kans om door te breken. En ik voel me de laatste dagen ook wat slomer en heb meer moeite met wakker worden. Dat zijn vaak tekenen aan de wand.
Gelukkig wordt die hooikoorts op de dag van de marathon sowieso gecompenseerd door een stoot adrenaline. Dus daar maak ik me geen zorgen over. Het kan hoogstens de komende week verpesten.
Laat het nog maar een weekje of twee wegblijven.