Maandag 12 maart. Herstelloop. Nog 41 dagen tot de marathon van Londen.
Vandaag voel ik mijn kuiten. En om die wat los te schudden loop ik een rustig rondje, waarbij ik nog eens lekker kan reflecteren op de wedstrijd van gisteren. Want ik heb veel geleerd tijdens de CPC.
Achteraf was het bijvoorbeeld niet verstandig om mee te gaan met Wijnand. En ik wist eigenlijk wel dat hij te snel was voor mij en dat zijn ambitie niet de mijne was. Maar aan de andere kant was het ook wel weer een uitdaging die ik niet kon afslaan. Ik moest het maar gewoon proberen, want, zoals ik al eerder schreef, ik had er niets mee te verliezen.
Ik heb het geprobeerd. En het is dan wel op een fiasco uitgelopen, maar desondanks heb ik mijn tijd nog behoorlijk binnen de perken kunnen houden. Bovendien kun je alleen je grenzen opzoeken door te proberen wat je niet kunt. En het leren kennen van die grenzen is in deze fase van mijn training van niet te onderschatten waarde.
Ik kijk dus zonder spijt en met trots terug op wat ik gisteren heb gedaan. Maar als ik de race moet analyseren, dan kom ik tot de conclusie dat ik onevenredig veel heb betaald voor de snelle eerste kilometers. Ik leverde elke kilometer zowat tien seconden in op het schema dat me bij een persoonlijk record had gebracht.
En dat persoonlijke record lag echt wel binnen de mogelijkheden. Gesteld dat de moeilijke laatste kilometers een betaling waren voor de eerste snelle, dan had ik voor de ideale race minder tijd moeten pakken in het begin. Ik had een vlakke race moeten lopen, met zowat vanaf de eerste kilometer – in ieder geval vanaf de tweede – een constant tempo van 3:52 à 3:55. Dan zou ik aan het eind nog over moeten hebben gehad om naar een tijd onder de 1:22 te sprinten.
Aan die koude berekening heb ik natuurlijk niets meer als het op de CPC van gisteren aankomt. Die loop heb ik gebruikt voor een ander experiment en daar ga ik dus niet meer over zeuren. Maar ik moet ook toegeven dat ik toch wel heel graag naar Londen zou willen afreizen met een persoonlijk record op de halve marathon in mijn tas. Dat voel ik heel sterk.
Dus zit er niets anders op dan mijn ervaring van gisteren mee te nemen naar een volgende wedstrijd. Waarbij me ook weer in herinnering komt dat ik vorig jaar naar de CPC kwam met de ervaring van een wedstrijd van twee weken daarvoor, en dat ik die ervaring heel goed kon gebruiken.
Dus heb ik me nu ingeschreven voor de Halve van De Haar, een halve marathon die tweede paasdag wordt gelopen bij Kasteel De Haar. Dat voelt op één of andere manier fijn, omdat De Haar bekend terrein is waar ik regelmatig langs loop op mijn lange route. Ik wil graag door die tuinen rennen.
Waarbij ik overigens wel moet toegeven dat het geen ideaal scenario is, want de wind heeft vrij spel in velden rondom Haarzuilens, waar het parcours doorheen voert. Het was zoveel beter geweest als ik naar Den Haag was gekomen met al een halve op zak.
Maar het is niet anders. Als het op dat moment ook maar enigszins in de buurt van goede omstandigheden komt, dan is mijn enige doel er een PR te rennen. Met minder ben ik niet tevreden en liefst duik ik onder de 1:22. Daar zal al mijn concentratie naartoe gaan. Al mijn ervaring wordt gekanaliseerd om dat doel te bereiken, en geen medeloper die me er vanaf zal kunnen houden.
Als dat lukt, dan gaat die sub 2:55 op de marathon er ook komen.