Vieren dat we hard kunnen lopen

Dinsdag 20 februari. Loopgroeptraining. Nog 61 dagen tot de marathon van Londen.

Tempo 20-2Het begint altijd redelijk rustig, maar in stappen gaat het sneller en sneller, en meestal met minder pauze bovendien. Zo ziet de opbouw van de trainingen van Geurt er over het algemeen in grote lijnen uit.

En deze keer is geen uitzondering. We lopen 1200 meter. Daarvan gaat de eerste 400 meter in 12 kilometer per uur, de tweede in 13 kilometer per uur en de laatste in vrij tempo. Dat is lekker even inkomen zonder dat we ons hoeven in te spannen.

Maar dan lopen we hetzelfde stuk weer terug en beginnen we met 13 kilometer per uur. Opnieuw heen beginnen we bij 14 kilometer per uur, en tot slot, als we nog een laatste keer terug lopen over het heerlijk gladde nieuwe asfalt langs het kanaal, beginnen we bij 15 kilometer per uur, versnellen we naar 16 en dan naar meer. We hebben wind mee, dus dat gaat lekker makkelijk, vertelt Geurt ons nog als hij aanzet op zijn fiets.

De pret begint pas echt als we op het laatste stuk nog eens versnellen. Ik kan er vrijuit van genieten, want 400 meter is niet veel met de intervaltraining van donderdag in gedachten. Ik kan de snelheid vieren en op dat hoogtepunt voel ik de geïrriteerde plek op mijn grote teen die ik van zondag heb overgehouden openbarsten en leegvloeien. Daarmee gaan alle remmen los en het gaat naadloos op in de climax die we met z’n allen beleven, acht renners die alles geven en Geurt op de fiets.

Als toetje mogen we daarna nog in één tempo anderhalve kilometer terug lopen, de brug op en de brug weer af. Ook dat gaat steeds harder. Eerst loopt Luuk nog voor me, Joop komt voorbij stiefelen in zijn typerende pas, maar tegen de helling op neem ik de kop. Op de brug zit Wijnand nog vlak achter me, die overneemt als we naar beneden gaan. Ik voel de meters in mijn benen kruipen maar laat hem niet helemaal van me weglopen, en net voor de meet komt Michiel me nog in een moordend tempo voorbij, zoals alleen Michiel dat kan.

Zo mag zo’n training nog niet half zo zwaar zijn als een interval, maar dat is ook niet nodig. Dit is vooral genieten van wat we samen kunnen. We kunnen met z’n allen heel hard lopen en het geeft een kick om dat ook samen te doen. Daarom zijn die high fives aan het eind ook zo gemeend en bevredigend.

Dit bericht werd geplaatst in Als ik over rennen schrijf, De weg naar Londen 2018. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s